Dat wij Nederlandse wintersporters onze eigen termen hebben op de piste weten we allemaal. Maar wat hoor je nou het meest voorbij komen op de piste? Sommige termen zijn in het Nederlands heel bekend en wanneer je deze in bijvoorbeeld naar het Duits vertaalt, totaal onbekend. Welk van deze 12 typisch Hollandse wintersport termen op de piste gebruik jij zelf?
1. Pizzapunt!
Misschien wel de meest bekende en waar elke skiër mee begonnen is, de pizzapunt. Wanneer je op de oefenweide staat en de skiklasjes voorbij komen is dit denk ik wel het meest voorkomende woord. De pizza is over de hele wereld bekend, maar je hoort op de piste nooit iemand ‘pizza slice’ of ‘pizza punkt’ roepen.
2. Gaan we met de rode gondel?
Zeer vanzelfsprekend, maar echt iets Hollands. Elke lift heeft een nummer/naam die te vinden is op de piste kaart, maar daar kijken wij eigenwijze Nederlanders niet naar. Wij geven liften graag een naam en vaak is de kleur wel het makkelijkst. Vooral bij kinderen hoor je voorbij komen: “gaan we met de rode gondel?”
3. Pannenkoekenlift
Een oude maar bekende lift, de pannenkoekenlift. Een sleeplift met een plateau aan de onderkant die door veel Nederlanders een pannenkoek wordt genoemd. Deze liften zijn steeds minder te vinden op de pistes, maar hij hoort zeker in dit rijtje thuis.
4. Waterskiën
Wij Nederlanders hebben het liefst prachtig mooi weer, maar helaas is dat voor de sneeuwkwaliteit wat minder. Meestal is het met een warme dag dan ook “waterskiën” aan het eind van de dag. Die lekkere zware gesmolten sneeuw op lange rechte stukken, waarbij je lekker achterover moet leunen om nog een beetje vooruit te gaan is dramatisch.
5. Vanaf hier moet je snelheid houden, anders moet je prikken!
Je staat halverwege de piste en aan het eind heb je een vlak stuk, dan moet je snelheid houden. Dan ben jij zo verstandig om snelheid te houden en wat tref je daar beneden aan? Precies, mensen die niet zo slim zijn geweest als jijzelf. Deze mensen moeten “prikken” om toch hun bestemming te bereiken. Typisch een Hollandse term. En prikken ze niet, dan klunen ze wel.
6. Kuitenklapper
Dit is misschien wel de meest irritante van het hele rijtje. De kuitenklapper, zo’n heerlijke oude lift die net iets te laag hangt waardoor deze lekker hard in je kuiten klapt voordat je gaat zitten. Au!
7. Stukjes pannenkoek
Je zit lekker op het terras en er zit een skileraar naast je met een groep kinderen. “Wat willen jullie eten?”. Het kan niet anders dan dat er 1 van de kinderen roept “Stukjes pannenkoek!”. Dit is natuurlijk die overheerlijke, puur Oostenrijkse Kaiserschmarrn. Wanneer je op wintersport gaat moet je dit zeker een keer proeven.
8. Lange latten
Lange Slats of long battens. Dit is de letterlijke vertaling naar het Duits en Engels. Het zijn natuurlijk gewoon ski’s! Nederlanders gebruiken dit al jaren en daarom zit ook deze in het rijtje. Nog even wachten en dan mogen wij weer de lange latten onder binden.
9. Heuvels
Je kent het wel, eind van de dag, warm weer, zware sneeuw, vermoeide benen en dan heb je altijd van die vervelende buckels. Je hoort vaak genoeg als je onder aan de piste staat dat die “heuvels op de piste” wel erg zwaar waren. Ik vind het heerlijk om te skiën, maar zwaar is het wel!
10. Peertjes
Je ziet ze vaak genoeg voorbij komen aan de bar, die schnapps met zo’n fruitje erin. De echte naam is een “Willy mit Birne”. Wat is het nou eigenlijk? Het is een perenschnapps met en stukje peer aan een cocktailprikker. Een echt Oostenrijks drankje wat zeker het proberen waard is! Hier nog meer typische wintersport drankjes.
11. De banaan
Dit wil je natuurlijk nooit mee maken,maar helaas gebeurt het wel is dat jij of iemand van jou groep met de “banaan” naar beneden moet. Ik denk zelf dat dit zo genoemd is door de vorm, wat denk jij?
12. Op-je-bek-flip
In elke groep zit wel een uitslover! Even buiten de piste, een kleine jump mee pakken en dan net iets te zelfverzekerd zijn om vervolgens de hele groep te laten lachen om jouw mooie “op je bek-flip”. Hieronder een mooi filmpje van een dubbele op je bek-flip. Na het springen vliegen de ski’s al uit.
Ken jij nog een echte Hollandse term? Laat het ons weten!