Wintersporters, het zijn niet alleen de leukste, maar ook de meest bijzondere mensen. Wintersporters doen namelijk dingen die voor ‘andere mensen’ onbegrijpelijk zijn. We hebben wat herkenbare punten voor je op een rijtje gezet.
1. Drie dagen achter elkaar dezelfde sokken aan
De meeste mensen trekken elke dag een schoon paar sokken aan, wintersporters doen dat niet. Drie dagen achter elkaar met dezelfde sokken skiën is eerder regel dan uitzondering. Iedereen heeft stinkvoeten, dus die van jou kunnen er ook nog wel bij.
2. Vrijwillig om 7 uur opstaan
Normale mensen gruwelen van de wekker. Zeker als die om 07.00 uur al gaat. Wintersporters niet. Die zijn vaak al voor de wekker wakker. Vroeg opstaan betekent skiën op verse ribbels. Eerlijk is eerlijk, er bestaat niks beters!

3. Elke dag patat eten en alcohol drinken
Thuis draait het om #fitgirls en #fitboys, op wintersport krijgen die twee begrippen een compleet andere betekenis. Wat nou healthy breakfast, avocadolunches en gemberthee. Op wintersport drink je de hele week bier en eet je elke dag schnitzel, patat, curryworst en Käsespätzle.
4. Vroeg naar bed gaan op vakantie
Om 20.00 of 21.00 uur naar bed op vakantie? Op wintersport is dat geweldig! Na een geweldige skidag lekker eten en daarna met een goed boek onder de wol. Natuurlijk lees je geen bladzijde. Je bent zo rozig van de hele dag buiten zijn!
5. Op het terras zitten terwijl het -4 °C is
Schijnt de zon, maar zijn de temperaturen ver beneden nul? Dat is voor een echte wintersporter geen reden om niet buiten te eten. Heerlijk zo in de frisse berglucht op het terras. Dat je schnitzel met 5 minuten koud is, neem je op de koop toe.

6. Helemaal gelukkig worden van sneeuw in Nederland
Als er in Nederland sneeuw wordt voorspeld, hoor je iedereen om je heen klagen. De buren slaan meteen kilo’s zout in en de NS laat gelijk minder treinen rijden. Wintersporters hoor je daar nooit over klagen. Die zijn gek op sneeuw, ook in Nederland. En het mag natuurlijk best wel eens flink gaan dumpen in ons koude kikkerlandje!
7. Om 16.00 uur de kroeg in
Als je in Nederland uitgaat, dan ga je vaak pas laat de kroeg in. Eerst uren optutten en borrelen, daarna dansen tot diep in de nacht. Wintersporters duiken om 16.00 uur al de kroeg in. Oh en dat optutten? Dat is echt nergens voor nodig! Lang leve helmhaar!
>>> Waarom vrouwen minder make-up moeten dragen op wintersport<<<
8. De hele dag foto’s maken van dezelfde berg
Het maakt niet uit vanuit welke hoek of vanaf welke piste. Die ene berg is magisch. Zeker met een dikke laag sneeuw. Daar maak je dus gewoon 1000 foto’s van.
9. Sporten zonder het moet-gevoel
Blegh… Weer naar die verrekte sportschool. Waar doe je het eigenlijk voor, want die perfecte Instagram-bikinibody ga je toch nooit krijgen! Of dit gevoel bestaat bij wintersporters? Absoluut niet! Sporten doe je tijdens wintersport zonder het moet-gevoel en dat pannetje Kaiserschmarrn eet je zonder er bij na te denken.
Lees ook: zoveel calorieën verbrand je tijdens het skiën
10. In de zomer al denken aan sneeuw
De zomermaanden zijn voor wintersporters verschrikkelijk. Natuurlijk is het best lekker om even een duik te nemen in zee, maar dan mag de sneeuw na je vakantie wel weer met bakken uit de hemel vallen.
