Skiën is de mooiste sport op aarde, daar is geen twijfel over mogelijk. Want wat is er heerlijker dan met het zonnetje in je gezicht van de piste glijden? Ja, misschien het biertje in het zonnetje op het terras. Maar toch zijn er stiekem wel een paar kleine puntjes waar skiërs een ontzettende hekel aan hebben. Geef maar toe.
1. Kinderen die zonder moeite voorbij racen
Je kent het wel. Je bent een hele dag aan het ploeteren om die ski’s in pizzapunt te krijgen. De zweetdruppels druipen van je rug, de beenspieren branden als een malle en of het nog niet genoeg is zie je een meisje van 4,5 jaar oud al zingend met hoge snelheid voorbij skiën. HOE DAN? Wat doe ik fout? Moet ik dan ook als een vliegtuigje van de piste gaan om het allemaal wat makkelijker te maken?
2. De ankerlift
Je staat in de rij en beseft je ineens dat je samen met iemand anders in de sleeplift moet staan. Met veel moeite schuif je die twee onhandige latten richting het pad van de skilift en daar sta je dan. Te wachten op het gevaarte dat dezelfde vorm heeft als een ‘spiraaltje’ en met hoge snelheid aan komt denderen. De man bij de lift douwt die anker onder je kont en nog voordat je twee meter verderop bent schieten jouw ski’s over die van je buurman heen! Het resultaat? Een dikke sneeuwlaag in je broek, een koude buik en je moet weer achter in de rij aansluiten.
3. Skischoenen
De eerste fabrikant die skischoenen uitvindt die net zo lekker zitten als snowboardschoenen gaat goud geld verdienen. Iedereen heeft ooit wel eens problemen gehad met z’n skischoenen die drukken op bepaalde punten, tot blaren aan toe. Of ken je dat gevoel dat je sokken zo prikken/braden op je schenen? Bah! Het lekkerste gevoel van de wintersport is niet het skiën zelf, maar het uitdoen van je skischoenen. Gelukkig zijn er een paar tips om het lijden te verminderen.
4. Ski’s dragen
Het dragen van ski’s is toch elke keer weer een opgave. Je legt de ski’s ‘subtiel’ op je schouder en begint naar de skilift te lopen. Na 200 meter besef je al snel dat de schouder dit draagwerk niet gewend is. Helemaal niet als vrouwlief na 10 meter de ski’s op subtiele wijze aan je overdraagt en je ineens op beide schouders een paar carve ski’s hebt liggen. Ach, je moet wat over hebben voor je schatje, dus maar even pijn lijden. Mevrouw heeft het beter bekeken.
5. Laagje aan of laagje uit?
Je kijkt ’s ochtends uit het raam en ziet bewolking. Wat zal ik aantrekken? Moet ik een extra truitje mee of is een onderlaag genoeg? Halverwege de dag klaart het ineens op en besef je dat het truitje helemaal niet nodig was. In de lift koel je af en begin je te bibberen, maar eenmaal drie pistes genomen te hebben beginnen de zweetparels weer te druppelen. Laagje aan of laagje uit? Het blijft lastig!
6. IJzige pistes
Je gaat heerlijk naar beneden en zit helemaal in je ritme. Je voelt de sneeuw onder je ski’s wegspatten en probeert net zoals op tv zo plat mogelijk door de bocht te gaan. Tot het moment dat je ineens merkt dat je ski’s wegglijden en je te laat bent met ingrijpen. IJzige pistes blijven lastig en vergen een goede technische bocht. “Mijn materiaal moet geslepen worden, want ik glij elke keer weg.” Een excuus dat wij regelmatig op de pistes horen. Je ski’s moeten misschien geslepen worden, maar ook goed om eens naar je eigen techniek te kijken?
7. Koude tenen
Het heet niet voor niets WINTERsport. Het kan koud zijn op de berg en de tenen zijn dan vaak het eerste lichaamsdeel dat tegen gaat werken. Had ik toch maar skischoenen op maat genomen, want bij elke pitstop hebben mijn tenen 15 minuten nodig om weer op te warmen.
8. Sneeuw in je handschoen
Na een crash kan het zo zijn dat er een laag sneeuw in de handschoenen is gekomen. Uiteraard verandert deze sneeuw langzaam in water en het resultaat zijn natte handschoenen en dat is een extreem naar gevoel. Zelfs de beste handschoen kan helaas niet helpen tegen jouw knulligheid op de piste. En als we het toch over handschoenen hebben… hoe vaak gebeurt het jou dat je de binnenhandschoen niet meer in je handschoen krijgt. Naaaar!
9. Liften die dichtgaan
In de bergen heb je nou eenmaal te maken met wisselende weersomstandigheden. De wind speelt vaak een bepalende rol waardoor skiliften moeten sluiten. Het gevolg is dat het hele skigebied naar dezelfde plek moet om toch te kunnen skiën. Dan maar mijn geld terug vragen? Bij de kassa kom je er al snel achter dat dit geen optie is, want “er draaien nog steeds liften in het skigebied.”
10. Lange wachtrijen
Wij als wintersporters zijn verwend geworden. De skigebieden hebben allemaal de beschikking over super-de-luxe skiliften die met hoge snelheid naar boven gaan. Op wachtrijen zijn we dan ook niet dol en zeker niet als je daar ook nog eens 30 minuten in moet staan. Ooh en tijdens het wachten kun je sommige mensen wel schieten. Vooral die klootzakjes die over je net nieuwe ski’s heen rossen omdat ze de vinden dat ze het recht hebben om je voorbij te gaan.
11. Een skibril die beslaat
Als je ooit een beslagen skibril hebt gehad weet je hoe naar dat kan zijn. Je ziet geen kloot meer en het erge: je bril blijft beslagen, wat je ook doet. Misschien toch maar eens investeren in goed materiaal? Dit is misschien wel wat voor je.
12. Heuvels op de dalafdaling
Heb je de hele dag heerlijk geskied, kom je op de dalafdaling terecht die helemaal kapot geskied is. De buckels zijn net zo hoog als je heupen waardoor het lachen je vergaat. En dan zijn er ook nog eens mensen voor je die de hele piste gebruiken en op onverwachte momenten draaien. Daar moet je dus wel achter blijven zitten, terwijl je het biertje in de après-ski al ruikt.
Ach, ik kan nog wel even doorgaan zo. Maar wat heeft het voor zin al dat klagen? Skiën is en blijft geweldig. Al verzin ik nog 100 nare dingen, skiën geef ik niet op. Kom maar door met die winter!
