Nee, ik ben niet de beste skileraar die er is en ik wil niet betweterig overkomen. Toch is me de afgelopen week weer genoeg opgevallen bij mijn collega-skileraren (van een andere skischool weliswaar) dat ik graag met jullie wil delen. Voor de lezers die onbekend met mij zijn: ik geef onderhand acht jaar skiles en dat doe ik meestal in Saalbach-Hinterglemm. Ik hoor graag jullie mening over de onderstaande drie voorvallen, want misschien bekijk ik het ietwat zwart-wit.
Voorval 1
Een collega van me komt aan bij een meisje dat is gevallen. Ze heeft veel pijn aan haar been en denkt dat het gebroken is. Tijdens haar val kreeg het meisje skiles en haar leraar staat veel te ver beneden op de piste om haar snel te hulp te schieten. Mijn collega belt de pisteredding en uiteindelijk blijkt dat het meisje haar been gebroken heeft. De leraar van het meisje bedankt mijn collega voor zijn hulp, want hij wist niet wat hij moest doen en de batterij van zijn telefoon was leeg. Hij zei er ook bij dat hij al hoopte dat er een andere leraar hem kwam helpen.
Mijn reactie
– Hoezo ben je als leraar zo ver beneden dat een andere leraar de pisteredding kan bellen voordat jij bij je gevallen leerling bent?
– Hoezo heb je geen idee wat je moet doen? Dat leer je toch in je opleiding tot skileraar? Of heb je geen opleiding gedaan?
– Hoezo is je telefoon leeg als je weet dat je verantwoordelijk bent voor een groep kinderen?
Voorval 2
Ik ben twee leerlingen les aan het geven en kort na een onoverzichtelijk punt zie ik twee kinderen op de grond liggen en een volwassene erbij staan. De volwassene is de leraar van de kinderen (op de middelbare school) en de kinderen zijn klasgenoten die tegen elkaar aan zijn gebotst. Eén van de kinderen spuugt bloed en kan moeilijk ademen. Ook deze kinderen blijken op het moment van de botsing skiles te hebben. De lerares is echter in geen velden of wegen te bekennen. Ik laat omstanders het gebied afzetten zodat niemand meer per ongeluk op het slachtoffer in kan skiën en bel de pisteredding. Die is er binnen vijf minuten en pas tien minuten na hun aankomst komt de lerares van de kinderen omhoog lopen. De lerares staat er vervolgens vijf minuten bij zonder en woord te zeggen.
Mijn reactie
– Hoezo verlies je jouw kinderen uit het oog en wel zover dat je vijftien minuten nodig hebt om bij ze te komen als er wat gebeurt?
– Hoezo bekommer je jezelf niet om het kind dat je al vier dagen lesgeeft en duidelijk in paniek en gewond is?
– Hoezo vraag je niet eens aan de pisteredding of mij of je kunt helpen, ook al geef je niets om de verwondingen van je kind?
– Hoezo heb je jezelf nooit afgevraagd of dit werk wel iets voor jou is als je niet tegen stressvolle situaties kan?
Voorval 3
Ik zit in de lift en kijk naar beneden op de blauwe piste. Links is de vlakke lichtblauwe kant van de piste en rechts is de steile en heuvelachtige donkerrode kant van de piste. Een groep kinderen ligt verspreid over een vlakte van 50 bij 50 meter aan de donkerrode kant van de piste, evenals die ski’s van de kids. Aan de techniek van de kinderen is af te lezen dat zij zelfs met het lichtblauwe deel van de piste veel moeite zouden hebben. De leraar staat middenin te schreeuwen tegen al ‘zijn’ kinderen dat ze moeten opstaan en hij skiet vervolgens naar beneden. Op weg naar beneden raakt hij zelf drie keer uit balans vanwege sneeuwhopen en weet hij zichzelf net te corrigeren. Omstanders helpen zijn kinderen naar beneden, sommigen dragen ze of nemen ze tussen hun benen. Weer anderen helpen ze hun ski’s aan te trekken, want dat kunnen ze niet zelf.
Mijn reactie
– Hoezo neem je deze kinderen mee van deze piste en hoezo juist van dit gedeelte van de piste? Ken je het gebied?
– Hoezo begeleid je kinderen op een piste waar je zelf moeite mee hebt?
– Hoezo ski je weg terwijl je weet dat kinderen zelf niet hun ski’s kunnen pakken, laat staan aan kunnen trekken?
– Hoezo schreeuw je tegen je kinderen?
Ik heb bij elk voorval maar een paar vragen opgeschreven die snel in me opkwamen, maar deze lijst is verre van compleet. Natuurlijk maakt elke leraar fouten, maar het grootste deel van de hierboven genoemde tekortkomingen is op te lossen door een opleiding tot skileraar te volgen en logisch na te denken. Helaas schuilt de motivatie om les te geven van een aantal skileraren in het feit dat zij het skilerarenpak in de après-ski mogen dragen. Bij deze wil ik alle skileraren dus vragen om even na te denken over waar ze mee bezig zijn. Hoe zou jij willen dat er met jouw naasten wordt omgegaan?
Het overgrote deel van de skileraren en leraressen hoeft zich natuurlijk niet aangesproken te voelen, want die doen hun werk fantastisch. Deze oproep gaat dan ook uit naar die drie procent van de skileraren die hun werk net even beter kan doen. Laten we er samen nog een mooie winter van maken!