Voor velen eindigt een dag skiën anders dan gepland. In plaats van de après-ski ben je bij de eerste hulp. Dit komt regelmatig doordat er te weinig rekening wordt gehouden met de gedragsregels op pistes. Hoe moet je je gedragen op de pistes?
De FIS-pisteregels worden vaak niet nageleefd en dit leidt tot vervelende ongelukken. Bijzonder is dat veel wintersporters de regels niet eens kennen.
Veel ongelukken
Skiën is hartstikke leuk en daar denken velen hetzelfde over. Dat betekent dat je de piste met anderen moet delen en je hier ook op moet aanpassen. Houd rekening met andere skiërs. Breng elkaar niet in gevaar, blijf op afstand en haal op voorzichtige wijze in. Deze zaken blijken vaak nog niet zo eenvoudig te zijn als ze klinken.
Ieder jaar zijn veel wintersporters de dupe van fouten die andere skiërs maken. Houd iedereen zich aan de pisteregels, dan zou het aantal ski-ongevallen een stuk minder zijn.
Ken jij de FIS piste-regels?
De meeste pisteregels zijn vanzelfsprekend, maar toch is het handig om ze altijd even door te lezen voordat je weer op de latten staat. Hieronder staan de 10 pisteregels!
1. Aandacht voor andere wintersporters
Het klinkt logisch en dat is het eigenlijk ook. Breng andere wintersporters niet in gevaar. Heb aandacht voor je mede pistegebruikers, zodat je geen gevaar vormt of iemand schaadt.
2. Beheers je snelheid en skistijl
Wees je goed bewust van je kunnen. Word niet te overmoedig. Pas de snelheid en rijstijl aan op je vermogen, de situatie en het terrein. Houd tevens rekening met de weersomstandigheden en de drukte.
3. Kies een veilige weg
Iedere skiër laat een eigen spoor van bochten achter. Nu is de regel zo dat als jij achter iemand skiet je rekening moet houden met degene voor je. Kies dus een veilige weg om zo de pistegebruikers voor je niet in gevaar te brengen.
4. Haal voorzichtig in
Niet iedereen skiet natuurlijk hetzelfde tempo. Inhalen mag van alle kanten, zolang je maar genoeg afstand bewaart. Laat de skiër die je wil inhalen beschikken over genoeg ruimte, zodat diegene zijn bewegingen niet hoeft aan te passen op jouw gedrag en hij of zij er niet van schrikt.
5. Invoegen of na het stoppen doorgaan
Invoegen op de pistes is eigenlijk hetzelfde als in het verkeer. Kijk voordat je de piste opgaat eerst of je niemand onder, naast of boven je in gevaar brengt. Kies een veilig moment om in te voegen. Dat geldt ook voor als je even gestopt bent en weer door wil gaan.
6. Stilstaan
Stilstaan mag alleen op overzichtelijke plekken, dus niet op nauwe pistes of in een bocht. Sta stil aan de zijkant van de piste en kijk of je niemand tot last bent. Is de piste te smal, dan sta je vaak andere skiërs in de weg. Ben je gevallen op een onoverzichtelijke plek? Probeer dan zo snel mogelijk de piste weer vrij te maken.
7. Te voet klimmen of afdalen
Klim je te voet de piste op of daal je hem juist af, gebruik hiervoor dan de zijkant van de piste. Zo loop je niemand in de weg.
8. Aanwijzingen op de borden volgen
Borden worden niet voor niets geplaatst en als skiër dien je de aanwijzingen op de borden dan ook te volgen. Neem de markeringen serieus en vorm geen gevaar voor jezelf of voor anderen door ze te negeren.
9. Verleen hulp
Het kan natuurlijk zijn dat er een ongeluk op de piste gebeurt. Zie je dit en kun je hulp bieden, verleen deze dan ook. Elke skiër en snowboarder is verplicht de gevallen/verongelukte persoon te helpen. Doe je dit niet, dan kan dit vervelende gevolgen voor je hebben.
10. Vereiste identificatie
Elke wintersporter dient een identificatiebewijs bij zich te dragen. Ben je betrokken bij een ongeluk of een getuige? Dan moet je jouw persoonlijke gegevens bij een ongeval kunnen verstrekken. Trouwens, als je een biertje wil halen in de après-ski heb je soms ook nog je legitimatie nodig. Gewoon handig en verplicht op bij je te hebben dus.