Een wintersport in Oostenrijk is niet compleet zonder een echte Wiener Schnitzel. Uiteraard zo’n hele grote met goudgele frites en een klodder mayo. Maar wist je dat die traditionele schnitzel veel minder Oostenrijks is dan je dacht? De kalfsvleesvariant is 8 van de 10 keer afkomstig uit Nederland.
Twee soorten schnitzels
Schnitzels zie je zo’n beetje op elke Oostenrijkse menukaart staan. Traditioneel, met exotische sauzen of met een keuze tussen frites en peterselie aardappeltjes. Ook wat betreft het vlees heb je keuze: varken (Schnitzel Wiener Art) of kalf (Wiener Schnitzel).
De meningen zijn sterk verdeeld over wat nou lekkerder is. De één kiest voor kalf, de ander voor varken en de ander proeft geen verschil. In berghutten hebben ze me beide al eens geadviseerd. Een duidelijk verschil? De prijs. Kalf is duurder dan varken.
Hollandser dan je denkt
Niet alle producten die in Oostenrijk worden verkocht, komen ook daadwerkelijk uit het land. Bijzonder aan het verhaal is wel, dat gerechten die typisch Oostenrijks zijn, soms helemaal niet van Oostenrijkse producten worden gemaakt. Het kalfsvlees van je geliefde Wiener Schnitzel komt bijvoorbeeld in 80% van de gevallen uit Nederland.
TIP: in deze berghut bestel je schnitzels van XXXL formaat!
Vlees te duur
Reden voor de import van het kalfsvlees is de enorme prijsdruk op de rundvleesmarkt. 80.000 kalveren worden ieder jaar naar Nederland geëxporteerd. De Oostenrijkse boeren hebben niet genoeg geld om de dieren klaar te maken voor de slacht. Zodra de kalveren volgroeid zijn in Nederland, gaan ze weer terug naar Oostenrijk. Dat meldt woordvoerder Werner Habermann van Arge Rind aan Heute.at.
Keurmerk
Zoals je wel kunt verwachten, is Greenpeace het hier niet mee eens. Om die reden pleiten ze voor een speciaal keurmerk voor Oostenrijkse koeien. Dat keurmerk laat dan precies zien waar jouw schnitzel vandaan komt.