Op wintersport naar Oostenrijk? Dan is de kans aanwezig dat je in Tirol terechtkomt. En Tirol staat naast z’n prachtige skigebieden en de Tiroler Gröstl ook bekend om het Tiroler dialect. En dat is zeker niet het makkelijkste dialect uit het land. Daarom vandaag: Tirools voor beginners, oftewel ‘Tirolerisch für Anfänger’.
Wat zeggie?
Ik weet nog dat ik voor het eerst in Tirol kwam en met de locals in gesprek raakt. Na enkel jaren les gegeven te hebben in Hinterglemm, waar het Pinzgauer dialect wordt gesproken, dacht ik wel een beetje ‘Oostenrijks’ te kunnen verstaan. Dat dacht ik niet helemaal juist bleek al snel. De uitspraak is compleet anders, er worden andere woorden gebruikt en ik begreep er dus precies niets van. Inmiddels ben ik alweer een tijdje ’thuis’ in Tirol en gaat het me een stuk makkelijk af om met de locals te praten. Al blijf ik natuurlijk een Hollander.
Tirools ‘woordenboek’
Wil jij nou ook eens wat verstaan van wat je hoteleigenaar, de barman of de liftmedewerker tegen je zegt? Dan heb ik hier met dank aan Tirol een paar echte Tiroler woorden en zinnen voor je die je kunnen helpen.
Begroetingen
Informeel:
Grias-di of Griaß-enk/Griaß-eich = Hallo
Pfiat-di of Pfiat-enk/Pfiat-eich = Doei
Formeel:
Grüß Gott = Goedendag
Wiederschaun = Tot ziens
De weg wijzen
aui, auffi = naar boven
umi = erover
außi = uit
oi, ochi = naar beneden
arschlings = achterwaarts
grodaus = rechtdoor
entn = daarginds
Bichl = heuvel
Voor in het restaurant
Kasspatzln = Käsespätzle
Greaschtl, Gröstl = Tiroler Gröstl
Fleischkas = Leberkäse
Graukas = kruidige kaas, niet voor iedereen weggelegd
Schwammerlen = paddestoelen
Muas = brei
Goggelen = eieren
Weggn = brood
Oranschn = sinaasappel
Melanzani = aubergine
Marün = abrikozen
Verlängata = kopje (filter)koffie
Zol’n bitte! = de rekening alsjeblieft!
Hots gschmeckt? = heeft het gesmaakt?
Mogsch a Schnapsal? = wil je een schnapps? – dit mag je natuurlijk nooit afwijzen
botzn = zooitje – als je er een zooitje van hebt gemaakt op tafel
Voor in de kroeg
Fesches Madl, Diandl = mooie meid
Fescher Bua = mooie vent
Wia hoaschn du? = hoe heet je?
Mogsch wos trinkn? = wat wil je drinken?
Woher kimmschn du? = waar kom je vandaan?
Mogsch di herhockn? = je kunt erbij komen zitten hoor!
Du gfolsch ma! = jou vind ik leuk!
I mog di. = ik mag je wel.
A Hetz machen = plezier maken
hetzig = leuk
losn = luisteren
trotschn = kletsen
tamisch sein = duizelig zijn (te hard gedanst)
rauschig sein = aangeschoten zijn
Weiss-Sauer = witte wijn met spa rood
Rot-Sauer = rode wijn met spa rood
Kracherl = drankje dat op Almdüdler lijkt
Zschigg = sigaretten
Handige woorden
Dokta = dokter
Apoteggn = apotheek
Binggl = bult
Buggl = rug
Wea = pijn
Mir isch letz = ik ben misselijk
Speiberei = maaggriep
Haxn = benen
Zeachn = tenen
Goschn = gezicht
Zennt = tanden
Gnagg = nek
magiern = doen alsof je ziek bent
Heisl = toilet
gschleinen = haasten
Natuur
Tschurtschn = (dennen)appels
Viecher = dieren
Murmele = marmotten
Goas = geiten
Antn = eenden
Bam = boom
Oachkatzlschwoaf = eekhoornstaart, dit woord wordt gebruikt zoals bij ons ‘de kat krabt de krullen van de trap’ om te checken of je Tirools kan
Overige typisch Tirools
„Isch des bärig!“ = dat is tof!
„Mei schian!“ = hoe mooi is dat!
„Na schiach!“ = uitspraak als iets als ‘erg’ of ‘gruwelijk’ bevonden wordt
zach = uitspraak als iets als ‘erg’ of ‘gruwelijk’ bevonden wordt
ge! = dat geloof ik niet!
ge? = als het achteraan de zin staat, betekent het ’toch?’
ha? = hé? Wat zeg je?
a = ook
amol = eenmaal
eh = sowieso
epper = iemand
woi = echt
nimma = niet meer
nocha, nochand = later, hierna
olm = altijd, steeds
ondersch = anders
Regionale dialecten
De bovenstaande woorden en zinnen worden overal in Tirol begrepen. In Tirol zelf zijn echter ook nog vele verschillende dialecten te vinden. In bijna elk dal vind je wel een ander dialect of andere woorden. Soms hoor je zelfs binnen een dal al grote verschillen in uitspraak. Binnenkort ben ik bij je terug met een aantal Zillertaler woorden.