De winter van 2019/2020 is wederom een hele bijzondere. Niet alleen vanwege het abrupte einde, maar ook door het weer. Regelmatig was het veel te warm. Er werd zelfs over een hitterecord gesproken. Ook de winterdienst heeft dat gemerkt. Er is veel minder strooizout gebruikt dan andere jaren.
Veel te warm
Het zal je vast niet zijn ontgaan, het was deze winter veel te warm. Na de gigadump van november hoopten we allemaal op een winter met heel veel sneeuw. Helaas ging het kwik snel omhoog en gooide een föhnwind roet in het eten. In december tikte de thermometer ’s ochtends zelfs de 20 graden aan. Een hitterecord.
Januari was op wat lichte sneeuwval na, ontzettend zonnig. In februari was het opnieuw erg warm. In die maand viel er niet alleen sneeuw, maar ook ontzettend veel regen. Gelukkig kregen we aan het eind van die maand nog een flinke dump. Het kwaad was alleen al geschied. Op dat moment werd in Oostenrijk al gesproken over de op een na warmste winter tot nu toe.
Minder strooizout
Normaal gesproken wordt er ontzettend veel zout gestrooid tijdens de winter. Door de hoge temperaturen en geringe sneeuwval was dat dit keer veel minder dan voorgaande jaren. Tirol meldt dat het verbruik met name in januari zeer laag was. Minder zelfs dan in de afgelopen 20 jaar. Februari kwam dan weer redelijk overeen met het langetermijngemiddelde, maar toch. Normaal gesproken wordt er tot februari zo’n 29.000 ton zout gestrooid op het 2235 kilometer lange provinciale netwerk. Nu was dat ‘slechts’ 21.000 ton.
Indicator intensiteit winter
Volgens de winterdienst is het zoutverbruik een indicatie op de intensiteit van de winter. Ze kijken met deze aantallen terug op een winter met minder neerslag dan gemiddeld. Natuurlijk was er in Oost-Tirol in november een flinke uitschieter, maar daarna viel hier bijna geen sneeuw meer.
