6 verkeerde aannames over lawines

Lawines zijn helemaal niet zo gevaarlijk als je een goede skiër bent. Toch? Onzin natuurlijk, maar er doen verschillende onjuiste verhalen de ronde over lawines. Bergwelten.com zette er zes op een rij. Je hebt ze vast wel eens gehoord.

1. “In een lawine kun je zwemmen.”
Elke Nederlander heeft zwemles gehad, dus waar maken we ons druk om? Met die schoolslag of rugcrawl houd je prima je hoofd boven de sneeuwmassa. De borstcrawl is wat lastiger, want dat moet je alsnog af en toe je adem inhouden. Nee, zo zit het helaas niet. Als je veel geluk hebt raak je geen stenen en bomen en dan moet je nog steeds al het mogelijk doen om boven te blijven. Bevrijd je zo snel mogelijk van je ski’s en stokken en vecht voor je leven.

Om je kans te vergroten om boven de sneeuw te blijven kun je een lawinerugzak aanschaffen. Die zorgt ervoor dat je oppervlak vergroot wordt en grote objecten blijven eerder boven. Kleine objecten zullen eerder zinken. Garantie voor overleven is een lawinerugzak bij lange na niet, dus waan je niet veilig.

2. “Als ik dichtbij andere sporen blijf kan me niet gebeuren.”
Zie een helling als een soort mijnenveld. Als je op een bepaald punt komt, een zogenaamde hotspot, kan je een lawine lostrappen. En die hotspot kan zomaar vlak naast het voorgaande spoor zijn. Daarnaast weet je nooit wanneer de sporen gezet zijn. Op het ene moment kan een afdaling relatief veilig zijn geweest en een paar uur later is het een gevarenzone.

3. “Ik kan een lawine er wel uit skiën.”
Ja, want dat heb je een keer op YouTube gezien. Zelfs met een backflip. Droom vooral verder. De onderstaande video is niets meer dan heel veel geluk en onwetendheid. In de meeste gevallen heb je geen enkele kans om voor een lawine uit te skiën. De sneeuw komt onverwacht in beweging en het voelt alsof er zonder waarschuwing een tapijt onder je benen vandaan wordt getrokken. Je ski’s in een rechte lijn zetten gaat je dan niet helpen.

4. “Minder sneeuw betekent minder lawinegevaar.”
Het langjarig gemiddelde wijst uit dat de sneeuwarme winters gekenmerkt worden door een groter dan gemiddeld aantal lawineongelukken. Hoe dunner het sneeuwdek is, hoe vatbaarder die is voor labiele en gevaarlijke lagen. Als je dus nog struiken en stenen door de sneeuw ziet komen, laat die afdaling dan lekker aan je voorbij gaan.

5. “In het bos ontstaan geen lawines.”
Correct. Als de bomen zo dicht op elkaar staan dat je er niet meer kan skiën zal er geen lawine ontstaan. Maar dan heb je er dus ook niets te zoeken. Behalve voor pleziertjes met je vriend of vriendin wellicht. In bossen waar je wel kunt skiën ben je niet zeker voor lawines. Die kunnen daar ook ontstaan. Bovendien kunnen lawines ook boven de boomgrens ontstaan en zo hele bossen wegvagen. Ken je deze video nog? In dat bos had je niet willen staan hoor.

6. “Hier kom ik altijd, hier kan niets gebeuren.”
Het is het skigebied waar je al jaren komt en je kent elke steen op de berg voor je gevoel. Elk jaar neem je dezelfde off-piste afdaling en het is altijd goed gegaan. Dan moet het dit jaar ook wel veilig zijn. Je hebt namelijk nog nooit gehoord dat er op dit stuk iets gebeurd is. Fout. Hier geldt: in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het lawinegevaar is niet altijd hetzelfde op dezelfde helling, integendeel. Een helling die het ene jaar ‘veilig’ is kan het jaar erop juist super gevaarlijk zijn.

Deel dit artikel:
Blijf op de hoogte!

Ontvang jij onze nieuwsbrief al?

 *
 *
Vul je e-mailadres in

Waar ben je naar op zoek?