Noorwegen: een wintersportbestemming voor op je bucketlist

Florien Wintersportredacteur

Noorwegen, het land van kerstbomen en vikingen, staat al jarenlang hoog op mijn lijstje van ‘nog te bezoeken landen’. Ik heb dan ook zeker een klein feestje gevierd toen ik hoorde dat ik dit land in de winter mocht gaan ontdekken. Samen met collega blogger Yvonne vertrok ik eind maart naar Trysil, een wintersportbestemming in het zuidoosten van Noorwegen, vlakbij de Zweedse grens. Thuis is iedereen jaloersen en dat is logisch, want wij gaan lekker skiën en op avontuur in Trysil!

Trysil: het grootste skigebied van Noorwegen

In Noorwegen vind je meerdere skigebieden, waarvan Trysil met ruim 72 kilometer aan pistes het grootste is. Trysil ligt op ongeveer een 2,5 uur rijden vanaf Oslo en met een luxe megabus met wifi en fijne stoelen is dat helemaal geen probleem. Netflix aan en gaan! We vliegen met de KLM Cityhopper en eerlijk is eerlijk, dat is altijd weer een feestje. Genietend van een broodje Beemsterkaas (daar ben je blij mee als echte Beemsterling), zijn we met nog geen 1,5 uur in Noorwegen. Op naar Trysil! Hoe dichter we bij Trysil komen, hoe meer sneeuw er ligt. De typische Noorse huisjes hebben soms wel een halve meter sneeuw op het dak liggen. Is dat even anders dan de Alpen rond deze tijd van het jaar!

Je kunt in Trysil op meerdere plaatsen overnachten. Het fijne van de accommodaties is dat je in de meeste gevallen skiet tot aan de voordeur. Zo sliepen wij in het Radison Blu Mountain Resort, dat letterlijk op de piste staat. Het hoogste punt van het skigebied ligt op slechts 1132 meter. Als je er nog nooit geweest bent, dan is het moeilijk om je daar iets bij voor te stellen. Het klinkt niet alleen laag, het is ook laag. Anders dan in de Alpen heb je in Trysil niet een uitzicht over ruige bergtoppen, maar zie je een heuvelachtig landschap vol bomen. Je kunt de skigebieden van Zweden gemakkelijk zien en zelfs nog verder kijken. Behoorlijk indrukwekkend allemaal! Je vraagt je natuurlijk gelijk af of je wel genoeg meters kunt maken en of er überhaupt wel iets te skiën valt. Gelukkig kan ik je daarin gelijk geruststellen, want wat skiën betreft zul je je in Trysil niet snel vervelen. Als je van het hoogste punt helemaal naar het dal skiet (+/- 400 meter), dan ben je al snel zo’n 6 à 7 kilometer onderweg. Daarnaast kun je door het hele gebied allerlei leuke tochten maken en merk je helemaal niet dat het zo laag is.

Skiën tussen de kerstbomen

Als je op de pistekaart van Trysil kijkt, dan zie je een grote hoeveelheid kerstbomen en dat zorgt voor het echte ‘Noorse gevoel’. Een ander voordeel van die grote hoeveelheid kerstbomen is dat het zicht eigenlijk altijd goed is. Ook met een berg sneeuw of dichte mist kun je nog prima skiën. Op de kaart zie je verder veel groene en blauwe pistes, maar er zijn er ook een aantal uitdagende rode en zwarte te vinden. Moeilijk wordt het echter nooit. Er zijn een aantal heerlijke lange afdalingen waar je goed van af kunt knallen. Nog een voordeel: het is nooit echt druk. Geen wachtrijen, geen volle pistes en tot laat in de middag skiën over ribbeltjes. Qua bewegwijzering werkt het hetzelfde als in de Alpen. Wel is het soms een leuke uitdaging om erachter te komen waar je nou eigenlijk naartoe skiet, want alles is in het Noors. De faciliteiten zijn modern, al zijn er wel veel sleepliften.

Lekker eten en betalen met Kronen

Ik wist in het begin niet zo goed wat ik van de Noorse keuken moest verwachten. Vis is populair, maar verder dan dat ging mijn culinaire kennis niet. Weer een verassing, want wissel de vis in Trysil maar snel in voor eland en rendier. Beiden kom je op de menukaarten in grote hoeveelheden tegen. Je vindt op de piste meerdere restaurantjes, waarbij Knettsetra en Skyhitta echte aanraders zijn. Beide serveren de lekkerste hamburgers met, je raadt het al, eland of rendier. Ook ’s avonds zijn er meerdere toprestaurantjes. Zo eet je de allerlekkerste pizza bij Kort & Godt en is het heerlijk tafelen bij Bar Fladhagen.

In Noorwegen betaal je met Kronen en dat is in het begin wel even wennen. Gelukkig kun je overal met pin betalen en hoef je niet eerst geld te wisselen. Over het algemeen liggen de prijzen in Noorwegen wel een stuk hoger dan in Nederland. Vanwege het klimaat kan men geen wijn verbouwen en dat merk je aan de prijs (€8,- voor een glas). Bier wordt wel gebrouwen en is daarom een stuk betaalbaarder. Het eten op de pistes is, afhankelijk van wat je kiest, niet heel duur. Als echte Hollander kun je natuurlijk ook je zelf gesmeerde bammetjes opeten op de speciale picknickplaatsen. Zin in burgers? Gewoon meenemen, want er zijn speciale barbecuehuisjes op de piste waar je ze kunt grillen. Helemaal gratis!

Hondensleeën & het Noorderlicht spotten

Op wintersport naar Noorwegen betekent natuurlijk niet alleen skiën, maar ook winterse activiteiten ondernemen. Eén echte must-do in Noorwegen is het maken van een hondensledetocht. Bij aankomst word je verwelkomt door het enthousiaste geblaf van honderden husky’s. Na een knuffelkwartiertje stappen we op de slee. Ik in het bakkie en Yvonne achterop. Tactisch vond ik zelf, want we kregen meerdere waarschuwingen dat je gemakkelijk van de slee kunt vallen door het tempo van de dieren. Als de honden eenmaal het startsignaal hebben gekregen, gaan ze er als een wilde vandoor en liggen we helemaal in een deuk. Na honderden selfies en met een glimlach van oor tot oor, komen we na ongeveer 1,5 uur weer terug. WAUW, wat een ervaring! Vinkje bucketlist: check!

Last but not least krijgen we op de laatste avond te horen dat de kans op het spotten van het Noorderlicht heel groot is. Rond een uur of 11 pakken we ons weer warm in en gaan we samen met Tim de sterrenman op pad. Door zijn enorme passie mag ik hem gelijk en helemaal als hij ons vol blijdschap vertelt dat hij het Noorderlicht al bij het hotel heeft gezien. In het begin lijkt het net een mistige wolk, maar naarmate mijn ogen wennen, wordt het steeds groener en indrukwekkender. De honderden sterren op de achtergrond en het groene licht geven een magisch tintje aan deze laatste avond in Noorwegen.