Normaal gesproken zijn de Zwitserse bergen erg in trek bij Aziaten. Door de huidige coronacrisis is dat een heel ander verhaal. Het is nu vooral de lokale bevolking die een bezoekje brengt aan machtige Alpenreuzen, zoals de Jungfraujoch. Langzaam veroveren zij hun eigen grondgebied weer terug. Alleen heeft dit wel gevolgen…
Drukte in eigen land
In de afgelopen drie jaar hebben meer dan 1 miljoen mensen een bezoekje gebracht aan de Jungfraujoch. Het merendeel van die bezoekers komt uit landen als India, Japan en China (zo’n 7 op de 10 personen). Door de coronacrisis blijven zij weg, maar dit betekent niet dat het niet druk is op de ‘Top of Europe’. Ook nu staan er rijen voor populaire fotopunten en worden bezienswaardigheden, zoals het Eispalast, drukbezocht. Veel Zwitsers kiezen voor een vakantie in eigen land en uiteraard mag een bezoekje aan deze machtige berg niet ontbreken. Zeker niet als je er als land nu het alleenrecht hebt.
Twee talen
Op een normale dag hoor je allerlei verschillende talen op de Jungfraujoch. Vandaag de dag is dat alleen Frans en Zwitsers-Duits. Er is minder personeel dan anders aanwezig, maar dit mag de pret niet drukken. Op ruim 3000 meter hoogte genieten de Zwitsers van hun eigen natuurschoon. Lekker op een ligbedje in de zon, op het terras van een berghut of met een selfiecamera in de hand. Ook de wandeling naar de Mönchsjochhütte is ineens erg populair.
Geen kip Tandori, maar Rösti
Omdat de Aziaten wegblijven, blijft restaurant Bollywood voorlopig gesloten. Veel andere restaurants en berghutten hebben de menu’s aangepast. Normaal gesproken zijn gerechten uit de Aziatische keuken erg populair, nu zijn vooral Hörnli, Älplermagronen en Berner Rösti een hit. Zelfs souvenirwinkels passen het aanbod aan. “Gasten uit Zwitserland nemen graag een aandenken mee naar huis, alleen hebben ze wel een andere voorkeur”, aldus winkelmanager Marlise Schweizer.