De statistieken van het aantal ski-ongevallen tot nu toe zien er positief uit. In vergelijking met vorig jaar zijn er minder dodelijke ongevallen. Experts geven verschillende redenen hiervoor. Dit seizoen worden de warme temperaturen voornamelijk als oorzaak gezien, omdat skiers meer grip hebben dus meer controle over hun ski’s. De Oostenrijkse Ski Federatie en Universiteit van Innsbruck zien zelfs dat het aantal ski-ongevallen de afgelopen tien jaar gehalveerd is. Het materiaal blijkt hier in een belangrijk aandeel te hebben.
De februari maand begon droevig met het nieuws dat er een elf jarig meisje uit Duitsland in skigebied Wilder Kaiser in een diepe gracht viel en overleed. Een paar dagen later kwam het nieuws dat een 61- jarige Pool met zijn hoofd op een steen was gevallen en aan zijn verwondingen overleden was. Ondanks dit heftige nieuws zijn de statistieken in vergelijking met vorig jaar positief gezind.
We kunnen nog niet spreken van een succesvolle winter, want het seizoen is tenslotte nog niet afgerond. Over de 2.900 ski-onvallen (26 met fatale afloop) medio februari vorig jaar, staat de teller tot nu toe op 2.660 ongevallen met 20 ongevallen met fatale afloop. Voorzitter Karl Gabl van de Oostenrijkse Raad voor Alpine Veiligheid rekent zichzelf nog niet rijk, maar ziet wel een algemene trend in de vermindering van ongevallen. “De drukke dagen komen er nog aan en dit zijn vaak de maanden waar veel ongevallen gebeuren. De drukte en verslechterde pistes zijn hiervan de voornaamste oorzaak”.
Een mogelijke oorzaak voor deze positieve statistieken zijn de hoge temperaturen, waardoor de skiers een betere grip hebben in de sneeuw. De Oostenrijkse Ski Federatie en Universiteit van Innsbruck zien de afgelopen tien jaar dat het aantal ongevallen gehalveerd is. Karl Gabl geeft aan dat het materiaal hier een belangrijk aandeel in heeft. “Het materiaal is sterk verbeterd. Dat wil zeggen dat tegenwoordig 80 procent van alle skiers in het bezit zijn van carve ski’s die het draaien van de bochten een stuk makkelijker maken.” aldus Gabl.
